BelgenTop 50 'Aller Tijden'

 

1
De Chninkel
  Plot: De troosteloze wereld van Daar is er een vol oorlog. Drie Onsterfelijken bekampen elkaar met hun legers in een eindeloos lijkend gevecht waarin het devies één tegen één, allen tegen allen de toon voert. Maar er gloort een sprankeltje hoop! En wel in de persoon van het nietigste, meest weerloze schepseltje dat Daar heeft voortgebracht: J'on de Chninkel.
Topwaardering: Door middel van sommige lijnen zwaarder aan te zetten en te werken met rasters en vetkrijt om bepaalde materiaaleffecten te creëren, dwingt Rosinski zichzelf een illusie van 'kleur' te scheppen zonder kleuren te gebruiken. Zwart-wit komt meer artistiek over en spreekt daarom een kleiner publiek aan. Niettemin handhaaft De Chninkel al sinds zijn ontstaan in 1988 belangrijke podiumplaatsen in allerhande 'eeuwige' en 'tijdloze' toplijstjes 'aller tijden'. Na de successen van Thorgal en de toen nog jonge reeks XIII verbluft Van Hamme ook de meerwaardelezer. De Chninkel wordt immers voorgepubliceerd in het ter ziele gegane auteursmaandblad Wordt Vervolgd. Net zoals de andere BelgenTop 50-albums De Dorpsgek van Schoonvergeten en De Toren.
Aantal genomineerde albums van Rosinski: 22
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: Rosinski ziet dankzij De Chninkel een oude droom in vervulling gaan: een fantasystrip in zwart-wit • Eerder al steeg de ster van Rosinski en Van Hamme zienderogen met elk nieuw deel van Thorgal • Van Hamme debuteert in 1967 in de stripwereld met Epoxy, een licht erotisch verhaal voor toptekenaar Paul Cuvelier dat deze laatste het statuut bezorgt van één van de stamvaders van de erotische kwaliteitsstrips. In 1972 reist de Pool Rosinski voor het eerst naar het westen en stapt een boekenwinkel binnen. Hij koopt er Epoxy dat hij al kent uit een westers tijdschrift dat hij in Warschau op de kop tikte • Onder het pseudoniem Rosek debuteert hij op de Belgische stripmarkt in de stripbijlage Le Trombone Illustré (zie Zwartkijken) • Voor De Chninkel baseert Van Hamme zijn epos losjes op de film 2001, A Space Odyssey (de zwarte monoliet), het Nieuwe Testament (het messiasverhaal) en Tolkiens The Lord of the Rings • Hij schrijft zijn scenario net vóór zijn benoeming bij Dupuis alwaar hij het uitgavebeleid mag bepalen. Onder zijn toezicht en initiatief neemt de auteurscollectie Vrije Vlucht een, euh, vlucht • De letter volgend van een oude Franse wet uit 1948 stelt een Franse ambtenaar in het jaar 2000 een lijstje op met vijf strips die, aldus volgens deze wet, niet door de beugel kunnen. Schoolbibliotheken krijgen een brief met de vraag deze uit hun aanbod te verwijderen. De albums worden een pornografisch en/of racistisch karakter verweten. De Chninkel en De Dorpsgek van Schoonvergeten (onze nummer 8) staan op deze alweer achterhaalde lijst • In 1989 voert De Chninkel de lijst aan van de best verkochte albums in de hogere prijscategorie en bij stripspeciaalzaken en boekhandels • Aanvankelijk wil Van Hamme zijn verhaal in een Tolkien-achtige atmosfeer laten afspelen, tot Casterman de onverwachte vraag stelt welke maatschappelijke betekenis De Chninkel heeft. Na nog eens een paar maanden had Van Hamme het idee te putten uit het Nieuwe Testament • In 2001 en 2002 geeft Casterman De Chninkel uit in drie ingekleurde HC's, aangevuld met schetsen en voorstudies. Voortaan is de meesterlijke one-shot De Chninkel een trilogie • Rosinski is een uitgeweken Pool en resideert vandaag in Zwitserland. Weinigen weten dat hij al een tijdje een genaturaliseerde Belg is. Het maakt deze toppositie extra rechtvaardig • Voortbordurend op het Nieuwe Testament-thema knipoogt Rosinski in de scène op het strand met de avondmaaltijd naar de muurschilderij Het laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci (circa 1495-1498, S. Maria delle Grazie, Milaan) • Ondanks het feit dat De Chninkel echt wel een mooi afgesloten striproman vormt, vragen uitgevers, journalisten en lezers regelmatig wanneer het vervolg op het album verschijnt • Tien procent van alle genomineerde albums zijn geschreven door Van Hamme. Negen albums staan in deze BelgenTop 50.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Grzegorz Rosinski
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Casterman
Collectie:
Wordt Vervolgd Romans
Eerste druk: 1988
Oorspronkelijke titel:
Le Grand Pouvoir du Chninkel
Uitvoering:
SC, zwart-wit


2
Het Gele Teken
Plot: Heel Londen is in de ban van Het Gele Teken, een personage dat via de media criminele daden aankondigt, ze nog uitvoert ook en duidelijk zichtbaar zijn merkteken (een gele "M" in krijt) achterlaat. Na een diefstal van de kroonjuwelen uit de Wakefield Tower worden professor Mortimer en kapitein Blake met de zaak belast. Maar Het Gele Teken heeft hen in het oog en speelt een spelletje met hun Britse voeten.
Topwaardering: Na het min of meer postapocalyptische Het Geheim van de Zwaardvis en de geschiedkundige, Egyptische archeologiedroom Het Mysterie van de Grote Piramide, gaat Jacobs voluit voor een realistische weergave van weleer, het mistige Londen van de jaren vijftig. Het brave vakmanschap ver overstijgend zet hij een overwegend donkere sfeer neer dat na vijftig jaar nog steeds niet aan charme inboet. Blake en Mortimers nemesis, Olrik (gemodelleerd naar Jacobs), verliest er zijn verstand bij. Jacobs' tekenstijl en geroemde kleurgebruik vallen in dit album in zijn definitieve plooi. De ellenlange dialogen in tekstballonnen en beschrijvende tekstkaders horen al net zo bij een Blake en Mortimer als Het Gele Teken in de allerhoogste regionen van Top Zoveel-lijstjes. Het hecht doortimmerde detectiveverhaal nodigt dan weer uit tot actief meespeuren.
Aantal genomineerde albums van Jacobs: 9
Weetjes: Al bij het verschijnen in augustus 1953 in het weekblad Kuifje weet Jacobs de lezers te begeesteren. Overal in Brussel verschijnt het beroemde gele M-teken op schoolbanken en op stadsmuren. Volgens Johan De Moor (zoon van Bob De Moor die op zijn beurt De Drie Formules van Professor Sato deel 2 afwerkt na de dood van Jacobs) is het de allereerste graffitti in de hoofdstad • Het Gele Teken verschijnt zonder reekstitel voor het eerst in de inmiddels antiquarische en legendarische Lombard-Collectie waarin acht Blake en Mortimer-abums verschijnen • Jacobs haalt zijn inspiratie uit de film Mad Love uit 1935, op zijn beurt gebaseerd op de roman Les Mains d'Orlac van Maurice Renard. Verschillende stripscènes komen naadloos overeen met scènes uit de film: het treinongeluk, Septimus' hypnotische krachten, momenten van waanzin,... M, een film uit 1931 van de Duitse expressionistische regisseur Fritz Lang ligt ook aan de basis van Het Gele Teken, bijvoorbeeld de scène waarin hoofdrolspeler Peter Lorre een "M" van "Moordenaar" op zijn jas krijgt gekalkt • In 1978 roemen de artsen Michel Bataille en Anne Leunen in een wetenschappelijk-psychologische studie de sequentiële stadia van waanzin zoals die belichaamd wordt door psychiater Septimus • Op de oorspronkelijke cover heeft Mortimer een revolver in de hand. Dit leidt tot onverwachte problemen met de censuur. Het zou een allusie zijn op geweldpleging in een realistisch verhaal voor de jeugd • De muur met rode bakstenen, het regenachtige straatje Limehouse Dock, het gele teken op de muur en de houding van Blake en Mortimer vormen samen één van de meest herkenbare stripcovers, vele malen gerecycleerd in knipooges van andere auteurs • Populariteit kan je afmeten aan de mate waarin je geïmiteerd of geparodieerd wordt. Yann en Conrad deden het ooit een halve pagina lang (Talk en Baltimore in De Sigaretten van de Farao) in Robbedoes, maar Veys en Barral doen het minstens één album lang in De Avonturen van Philip en Francis dat in 2005 verschijnt bij Dargaud. Vele scènes uit Het Gele Teken zijn letterlijk overgenomen. Ook de kleurschakeringen zijn treffend nagebootst • Filmplannen voor het album dateren al sinds 1985. Filmliefhebber Jacobs was toen nog betrokken bij het project. Het is expliciet zijn verzoek om er een Euraziatische of Aziatische vrouwelijke toets in te brengen. Onder de titel M lijkt een verfilming er eindelijk aan te komen • De critici hebben er geen oren naar, maar de overname van de reeks Blake en Mortimer door verschillende teams (Ted Benoit + Jean Van Hamme, André Juillard + Yves Sente en momenteel ook René Sterne + Jean Van Hamme), hernieuwt de belangstelling voor de klassieke avonturenreeks. Jongere en nieuwe generaties lezers ontdekken wel degelijk de kwaliteiten van de reeks. De oplages schieten de lucht in. De internationale media ('t is te zeggen: de ons omringende landen) wijden beschouwende artikels aan het duo en hun schepper.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Edgar-Pierre Jacobs
Scenarist:
Edgar-Pierre Jacobs
Uitgever:
Lombard
Collectie:
Lombard-Collectie
Eerste druk: 1956
Oorspronkelijke titel:
La Marque Jaune
Uitvoering:
HC, kleur


3
XIII 1: Zwarte Vrijdag
Plot: Een zwaargewonde man spoelt aan op de Amerikaanse kust en wordt verzorgd door dokter Martha. Op zijn sleutelbeen ontdekt ze een tattoeage dat het Romeinse cijfer XIII voorstelt. Verder blijkt hij zijn geheugen kwijt te zijn en herinnert zich niets meer van zijn identiteit, laat staan hoe hij aan zijn verwonding kwam. Huurmoordenaars zitten XIII op de hielen — die zijn hèm niet vergeten — want XIII is de spilfiguur in een samenzwering: De Moord op de Amerikaanse president.
Topwaardering: Het verhaal, hé. Dit eerste deel van XIII's aanslepende zoektocht naar zijn geheugen is een spannende thriller van formaat. Vance moet evenwel niet voor Van Hamme onderdoen. Met overdonderende zin voor realistisch detail dompelt hij zich onder in de story waarvan hij zelf niet weet hoe de vork nu eigenlijk precies in de steel zit.
Aantal genomineerde albums van Vance: 12
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: Vance kan als geen ander stormen en regenbuien tekenen, die dus ook in dit album neerdretsen • Het begin van het verhaal pikt Van Hamme uit Robert Ludlums The Bourne Identity (inmiddels verfilmd). Eigenlijk is het hele opzet voor de succesvolle thriller meer dan zomaar 'gebaseerd' op het boek • Het verliezen van het geheugen als gevolg van een schotwond aan het hoofd. Waar hebben we dat ook nog gelezen? Ha, in het verhaal Een Meeuw op het Strand, het laatste avontuur in de bundel In het Teken van de Steenbok van Hugo Pratts Corto Maltese, in 1982 verschenen in de collectie Wordt Vervolgd Romans • Vance is een Vlaamse Brusselaar (geboren in Anderlecht) en leest zijn eerste strip in Het Laatste Nieuws: Kuifje in Congo. Ook de striptijdschriften Bravo!, Robbedoes en de Kleine Zondagsvriend vinden gretig aftrek. Maar de aanzet voor het blijven lezen en tekenen van strips vindt hij in het werk van Nederlander Hans G. Kresse dat hij leert kennen door Eric de Noorman in Het Laatste Nieuws • Hoewel de oplage per nieuw album het half miljoen exemplaren benadert, promoot Dargaud XIII als een cultreeks • Soda 10: God mag het Weten is één grote knipoog naar de reeks XIII en Van Hamme. Het album van Bruno Gazzotti en Tome uit 1999 zit stampensvol expliciete maar ook subtiele, goed verborgen verwijzingen • Volgens Vance is het succes pas begonnen bij deel 2. Op aanraden van Vance laat Van Hamme het idee los om het verhaal te laten afspelen in een fictieve Verenigde Staten en in een stad die op Chicago lijkt. De reeks wint door Vances toedoen aan realiteit en authenticiteit • Vooral jonge scholieren slagen er maar niet in om Romeinse tekens te ontcijferen. Zo gebeurt het al eens dat men aan de kassa van een stripspeciaalzaak vraagt of "er al een nieuwe ksiii uit is" • Een eerste samenwerking tussen Vance en Van Hamme had al kunnen gebeuren bij Bruno Brazil. In 1977 zou hij Greg als scenarist opvolgen en schrijft zelfs het complete verhaal De Rode Ketting, maar uiteindelijk bedankt hij voor de eer en komt in 1984 op de proppen met XIII • Het aangekondigde einde van de reeks lijkt nu toch definitief in zicht: Van Hamme stopt met deel 18. Vance wil ermee doorgaan tot hij erbij neervalt.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
William Vance
(William Van Cutsem)
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Dargaud
Eerste druk: 1984
Oorspronkelijke titel:
XIII 1: Le Jour du Soleil Noir
Uitvoering:
SC, kleur


4
De Duistere Steden: De Toren
Plot: Giovanni Battista is onderhoudswerker in de Toren. Zijn sector is danig in verval geraakt en hij heeft de Inspecteur al ettelijke keren geschreven, maar deze is nog steeds niet langsgeweest. Op de koop toe raakt zijn materiaal uitgeput. Op een dag krijgt hij er genoeg van. Hij gaat naar beneden, naar de Basis, om zijn beklag te doen. Het verlaten van zijn post doet hem belanden in een voor hem onbekende wereld. Zijn tocht wordt een avontuur vol onverwachte wendingen.
Topwaardering: In tegenstelling tot eerdere albums in De Duistere Steden-reeks, speelt in De Toren niet de architectuur de hoofdrol, maar wel een personage. Het beste bewijs dat Peeters ook over mensen kon schrijven. Hij construeert een nieuwsgierigheid opwekkend scenario waarbij de lezer evenveel weet (en niet weet) als Giovanni. Een waar ontdekkingsverhaal. Schuitens maniëristische lijntjestechniek blijft een lust voor het oog en geeft een extra dimensie aan de imaginaire verbeelding van Peeters.
Aantal genomineerde albums van Schuiten: 6
Aantal genomineerde albums van Peeters: 6
Weetjes: De Toren staat voor de mythische Toren van Babel. In het bijzonder het schilderij van Breugel schept het kader voor het verhaal • Naast een Grote Prijs van Angoulême voor De Koorts van Urbicande wint Schuiten in 2002 de Grote Prijs van de stad Angoulême. Slechts twee Belgen (Franquin in 1974, Jijé in 1977) deden 'm dat voor • Peeters schrijft niet alleen stripscenario's. Als maniakale Kuifje-verzamelaar buigt hij zich in meerdere standaardwerken over Kuifje en diens schepper HergéDe Toren krijgt in 1987 de Grote Prijs van het stripfestival van Sierre, een gerenommeerd stripfestival in Zwitserland • Schuiten studeert aan Sint-Lucas in Brussel in dezelfde klas als Sokal en Goffin. In het jaar voor hem studeren Cossu, Berthet, Andreas en Swolfs, die in dezelfde groep zitten • Schuiten is een veel gevraagd architect en een bewonderaar van Victor Horta (één van de grondleggers van de art nouveau), dat meermaals tot uiting komt in De Duistere Steden. Zijn medewerking wordt onder andere gevraagd voor het opzetten van het Luxemburgse paviljoen voor de Wereldexpo in Sevilla (1992) en het Belgische paviljoen in Hannover (2000) dat vijf miljoen bezoekers lokt • Op 24 juni 2004 stelt België zijn paviljoen voor de wereldexpo in de Japanse havenstad Aïchi voor. De expo 2005 moet de Belgische kunst (en de Belgische schilderkunst in het bijzonder) in het verre oosten meer naambekendheid geven. Schuiten is opnieuw de ontwerper. Het thema van de wereldexpo luidt "de wijsheid van de natuur".
D A T A S H E E T
Tekenaar:
François Schuiten
Scenarist:
Benoît Peeters
Uitgever:
Casterman
Collectie:
Wordt Vervolgd Select
Eerste druk: 1987
Oorspronkelijke titel:
Les Cités Obscures: La Tour
Uitvoering:
SC, zwart-wit + kleur


5
Zwartkijken (Kompleet)
Plot: Een album vol zwartgallige, cynische, sombere, bijtende, spottende, antimilitaristische, schertsende, sadistische, maatschappijkritische, zenuwachtige, schokkende gags.
Topwaardering: Opnieuw een vaste waarde in allerhande Best Of-lijstjes, deze Zwartkijken. Zwarte humor ten top dat nochtans niet mikt op een schaterlach. Neen, dan liever een glimlach met een wrange nasmaak. De waanzinnige arceringsdrift van Franquin schept diepte in de schijnbaar zwarte vlakken. Bijna lijkt het alsof piepkleine uitgespaarde witte puntjes en streepjes toch nog ergens voor licht en hoop zorgen. Fout gedacht.
Aantal genomineerde albums van Franquin: 20
Weetjes: Franquins Idées Noires gaan van start in de 'clandenstiene' bijlage Le Trombone Illustré bij Spirou, de Franstalige editie van Robbedoes. De bijlage duurt niet langer dan dertig nummers. Onder meer de tegenkanting van conservatieve abonnees, een waakzame Spirou-redactie en jaloerse tekenaars — die niet mochten meedoen — deden het blad de das om. Maar 't was voldoende om op een ander niveau artistiek uit de hoek te komen • Franquin verzorgt niet alleen een wekelijkse titeltekening, ook een bijna wekelijkse Idées Noires verschijnt van zijn hand... • ... Of toch niet helemaal, want ook Dany, Hausman en Didgé dopen hun tekenpen in gitzwarte inkt, aangelengd met vitriool, al beperkt hun bijdrage zich tot welgeteld telkens één gag • Het Franse blad Fluide Glacial onder het hoofdredacteurschap van Gotlib en het Nederlandse stripmaandblad Rhaa Lovely (gestopt na achttien nummers) en De Vrije Balloen genieten de eer een verderzetting van Zwartkijken te publiceren • Franquin kleurt geenszins de zwarte vlakken op met een paar penseelstroken: elk vlak is compleet volgetekend met een simpel Rotring-pennetje • Inspiratie vindt hij in het illustratiewerk van Gustave Doré, meerbepaald voor een versie van Klein Duimpje, ook nog in een silhouettenstrip die hij kende uit de Saturday Evening Post • Aan Jo-El Azara (ex-Studio Hergé-medewerker en tekenaar van Taka Takata), die toen net problemen had met zijn uitgever, stelt hij voor een silhouettenstrip te maken: een historische strip met musketiers en koetsen of een western met postkoetsen. Azara knikt hevig ja, maar doet er uiteindelijk niets mee. Pas later, bij het zoeken naar ideeën voor Le Trombone Illustré, recycleert Franquin zijn oude voorstel • Franquin lijdt in die periode aan steeds heviger wordende depressiebuien. Volgens dokters is het aangeboren. Naarmate Franquins crisis meer de kop opsteekt, wordt de toevoer van nieuwe grappen steeds schaarser of houdt hij het op een halve pagina • Een half albumpje volgt het eerste album op, in de eerste plaats om toenemende piraatuitgaven de kop in te drukken • De eerste druk van Zwartkijken Kompleet door Arboris raakt in amper drie maanden compleet uitverkocht. Van de Franse eerste druk vliegen veertigduizend exemplaren de deur uit in slechts één maand • Voor elke vertaling tekent Franquin een nieuwe titeltekening. Verzamelaars dienen dus de Franse, Duitse en anderstalige uitgaven eveneens aan te schaffen • Over smaak, kleur en gevoel voor humor kan je tot in de eeuwigheid blijven twisten. Eén ding is zeker: Zwartkijken is steevast de hoogst genoteerde humoristische strip in gelijksoortige toplijstjes, zo ook deze • En ja, de duistere figuur op de cover is Franquin himself.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
André Franquin
Scenarist:
André Franquin / Jean Roba / Yvan Delporte / Luce
Uitgever:
Yendor (deel 1 en 2)
Arboris (Kompleet)
Eerste druk:
1981 (deel 1)
1984 (deel 2)
1988 (Kompleet)
Oorspronkelijke titel:
Idées Noires
Uitvoering:
SC, zwart-wit
(deel 1 en 2)
SC en HC, zwart-wit (Kompleet)


6
De Avonturen van Kuifje: Kuifje in Tibet
Plot: Op vakantie in de bergen valt Kuifje in slaap tijdens een partijtje schaak met Kapitein Haddock. Hij krijgt een nachtmerrie over zijn oude Chinese vriend Tchang (De Blauwe Lotus). De volgende morgen krijgt hij een brief van Tchang waarin hij zijn komst naar Europa aankondigt. Maar een bericht in de krant meldt de dood van Tchang na een vliegtuigramp boven het Himalayagebergte. Kuifje kan het niet geloven en wil erheen. Het wordt een zoektocht vol avonturen en vreemde ontmoetingen met onder andere de yeti en leviterende monniken in een Tibetaans klooster.
Topwaardering: Kuifje in Tibet wordt omschreven als een bijzonder album binnen de reeks Kuifje. Het is een persoonlijke afrekening met een reeks dromen waarin veel wit voorkomt. Hergé droomt deze ten gevolge van een crisis: hij is getrouwd met Germaine Kieckens maar verliefd op een ander (Fanny Vlamynck, de latere mevrouw Nick Rodwell). In zekere zin fungeert het album als een duivelsuitdrijving en zet daardoor een veel ernstiger toon neer dan in andere avonturen van Kuifje. De diepe vriendschap die Kuifje voor Tchang koestert maakt 'm vooral menselijker dan in veel andere Kuifje-albums. In Kuifje in Tibet keert de grondlegger van de Klare Lijn terug naar de eenvoud. Het voorgaande album, Cokes in Voorraad, is gekenmerkt door een overvloed aan details.
Aantal genomineerde albums van Hergé: 19
Weetjes: Ten prooi gevallen aan een verscheurende keuze tussen zijn padvinderszieltje en de liefde voor een vrouw wil Hergé een verklaring voor zijn witte dromen. Hij gaat te rade bij professor en psychoanalyticus Ricklin in Zürich, een leerling van Jung • Ricklin raadt Hergé aan te stoppen met werken omdat hij niet kan werken én zijn evenwicht hervinden. Toch zet Hergé door • Hergés documentatiedrang manifesteert zich ook in het napluizen van getuigenissen van personen die de yeti, de "verschrikkelijke sneeuwman" zouden hebben gezien. Hij eindigt met een lijst betrouwbare personen met een zeer gedetailleerde beschrijving van zijn leefwijze, foto's van zijn sporen en andere bewijzen • De Nederlandse Tibetoloog R.H. Poelmeijer ontdekt dat alle plaatselijke talen in het album aanwezig zijn: het Chinees, het Hindi, het Sanskriet, maar het Tibetaans schrift schittert door afwezigheid. Voorts zet hij vraagtekens bij enkele Tibetaanse plaatsnamen. Hergé antwoordt hem in een brief dat het verbasterde Belgische dorpsnamen zijn • De terugkeer van Tchang Tchong-Jen in de reeks zal pas in 1981 bewaarheid worden in 't echt, een halve eeuw later dan hun eerste ontmoeting. De pers is massaal aanwezig op de hereniging van de twee jeugdvrienden. Hergé had toen al het beklemmende statuut van een superster, maar lijdt aan zijn ziekte dat 'm twee jaar later fataal wordt. Wat volgt op de hereniging is een triomfantelijke tournee van Tchang door Frankrijk en België • In 1981 klaagt redacteur Har Brok in Stripschrift het onbenullige plagiaat aan van Studio Vandersteen. In Jerom 89: De Vreselijke Bergreus zijn zodanig veel prentjes en lichaamshoudingen uit Kuifje in Tibet klakkeloos nagetekend — met duidelijk minder talent — dat het letterlijk en figuurlijk niet schoon meer is • In 2001 wordt de hele reeks Kuifje (op Kuifje in het Land van de Sovjets na) in het Chinees vertaald. Er ontstaat een relletje over de Chinese omdoping van Kuifje in Tibet naar Kuifje in Chinees Tibet. China beschouwt Tibet immers als een afvallige provincie. Fanny Rodwell, de weduwe van Hergé en een persoonlijke vriendin van de Dalaï Lama, eist dat de tweede oplage (de eerste druk van tienduizend exemplaren was al uitverkocht) opnieuw de oorspronkelijke titel draagt. Maar dat was dan weer niet naar de zin van China. Er verschijnt geen tweede druk • Het Zuid-Londense theatergezelschap Young Vic voert in december 2005 Kuifje in Tibet op als een geslaagde theaterproductie in de Barbican. Hoewel het een vrije adaptatie betreft (Bobbie— Snowy in het Engels — luistert enkel naar de naam Chester), heeft het gezelschap de zegen van de erven Hergé • Op De Krab met de Gulden Scharen, De Geheimzinnige Ster, De Zaak Zonnebloem, Vlucht 714 en Kuifje en de Alfa-Kunst na is de hele serie van Kuifje genomineerd, vijf ervan (da's dus 10%) halen de BelgenTop 50 • Tranen van vreugde vallen Kuifje te beurt bij het weerzien van zijn vriend, broer Tchang.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hergé (Georges Remi)
Scenarist:
Hergé (Georges Remi)
Uitgever:
Casterman
Eerste druk: 1960
Oorspronkelijke titel:
Les Aventures de Tintin: Tintin au Tibet
Uitvoering:
HC, kleur


7
Thorgal 9: De Boogschutters
Plot: Tijdens een storm op zee vergaat Thorgals boot. Tjall de Vurige redt Thorgal van een gewisse dood. Zijn oom Arghun, "Boomvoet" (omdat hij een houten been heeft), kan hem aan wapens helpen. Arghun is een gerenommeerde wapensmid. Gewapend met een boog en in het gezelschap van de wispelturige schone Kriss van Valnor, een klant van Arghun, schrijven ze zich in voor een boogschutterstoernooi. Thorgal hoopt zo geld te winnen om een nieuwe boot te kunnen betalen. Maar Kriss wil meer.
Topwaardering: Robin Hood, Ivanhoe, Wilhelm Tell, Ben Hur, Gladiator,... Met een historische, in dit geval vroegmiddeleeuwse, arena en een belangrijk of allesbepalend toernooi zit je als scenarist safe voor het brengen van competitieve spanning. Het eerste optreden van vriend/vijand Kriss van Valnor doet meteen smaken naar meer. Zij wordt dan ook één van de belangrijkste bijfiguren uit de reeks. Jammer, maar Van Hamme heeft nadien nooit meer het verhalende succes van De Boogschutters kunnen herhalen in de Thorgal-saga, laat staan evenaren. Ook al probeert hij het zeventien jaar later met het doorslagje De Barbaar (deel 28 uit 2002). Rosinski is een meester op het gebied van het realistische tekenwerk, niet in het minst in zwart-wit want een originele Thorgal-pagina oogt net zo sterk als een ingekleurde. Nochtans hanteert hij voor Thorgal een weloverwogen kleurenpalet.
Aantal genomineerde albums van Rosinski: 22
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: In september 1976 ontmoet Rosinski de scenaristen Van Hamme en André-Paul Duchâteau, die voor de tekenaar de sf-reeks Hans zal schrijven. Rosinski spreekt geen woord Frans en leert de taal uit de scenario's die hij toegestuurd krijgt • Op dat moment staat Van Hamme op het punt zijn baan als manager in het bedrijfswezen op te geven om zijn schrijfcarrière te ontwikkelen • Rosinski geeft te kennen dat hij geen modern verhaal wil tekenen omdat hij er geen documentatie over heeft en het hem niet interesseert. Van Hamme stelt hem een vikingavontuur voor vanuit een mythisch perspectief. Thorgal is dus geboren • Pas in 1982 verhuist Rosinski van Warschau naar Brussel omdat de orde en het gezag in Polen het zelfs onmogelijk maken zijn platen op te sturen. Het zou hem nog veel moeite kosten om zijn gezin over te brengen • De Boogschutters is een klassiek avonturenverhaal dat net zo goed echt had kunnen gebeuren. Het is Van Hammes compenserende antwoord op de angstaanjagende psychologische thriller Alinoë, het vorige deel in de reeks. In Alinoë komt Thorgal nauwelijks voor en dragen zoon Jolan en vrouwlief Aaricia de hoofdrol • Rosinski noemt De Boogschutters een middeleeuwse western • Na een langzame start is Thorgal in deze periode inmiddels een gevestigde waarde in heel Europa, van Frankrijk tot diep in Scandinavië • Dit album kon veel hoger eindigen als het geen ongelukkige concurrentie werd aangedaan door dat andere bijzondere album uit dezelfde reeks, deel 5: De Schaduwen Voorbij, dat op nummer 11 strandt.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Grzegorz Rosinski
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Lombard
Eerste druk: 1985
Oorspronkelijke titel:
Thorgal 9: Les Archers
Uitvoering:
SC, kleur


8
De Dorpsgek van Schoonvergeten
Plot: De boerenknecht Stilte, die stom is, leeft in het rustige, Ardeense dorpje Schoonvergeten. Hij is een bijna kinderlijke, naïeve ziel. Zijn wrede baas Abel Mauvy noemt 'm de koning van de idioten, alleen weet hij niet "watun idioot is". Abel vertrouwt 'm niet echt en vermoedt in hem het boze oog. Wanneer Stilte op een dag een verlaten schuur betreedt, kweekt hij een fascinatie dat Abel, diens vriend De Vlieg (de officiële tovenaar van Schoonvergeten) en de dorpelingen angst inboezemt of wraakgevoelens doet losweken. Stilte ontmoet een heks die hem zal helpen, maar de lieverd blijkt slechts een instrument voor haar bloedwraak.
Topwaardering: Een wondermooi, ontroerend verhaal waarin toverij en bovennatuurlijke gebeurtenissen het lot van Stilte bepalen. Een realistische meerwaarde haalt Comès uit het geloofwaardig neerzetten van een Ardeens (sneeuw)landschap. Zijn contrastrijke zwart-wit tekeningen bepalen, net zoals in zijn ander werk, een grimmige sfeer. Nochtans zorgt de aandoenlijke humor van de onwetende Stilte hier en daar voor een onverwachte glimlach.
Aantal genomineerde albums van Comès: 3
Weetjes: Comès ziet het levenslicht in het Duitse gedeelte van België. Zijn moeder spreekt Frans, zijn vader Duits • Op school leren de broeders hem zijn 'handicap' af, Comès is namelijk linkshandig en toen werd dat op school nog verplicht afgeleerd. Nog steeds schrijft Comès met zijn rechterhand, maar tekenen doet hij met de linkerhand, "de kant van het intuïtieve en persoonlijke" • Hij heeft een fascinatie voor het fantastische en hekserij, elementen die ook in dit album voorkomen • Muziek is zijn toevlucht voor zijn vervelende job als technisch tekenaar bij een textielbedrijf dat hij vanaf zijn zestiende uitoefende. Hij maakt naam als drummer en speelt in verschillende Belgische en Amerikaanse jazzgroepen • Het album is in de grootste Vlaamse stripspeciaalzaken het vierde best verkochte album van 1983, na Guust Flater 14: De Flater-Saga, Yoko Tsuno 13: De Aartsengelen van Vinea en Alex 17: De Keizer van China • In 2001 herdrukt Casterman De Dorpsgek van Schoonvergeten in twee delen in kleur. Blasfemie! Nochtans zijn de overwegend roze tinten de keuze van Comès • De internationaal verkochte oplage bedraagt in 2005 ongeveer 230.000 exemplaren.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Didier Comès
Scenarist:
Didier Comès
Uitgever:
Casterman
Collectie:
Wordt Vervolgd Romans
Eerste druk: 1983
Oorspronkelijke titel:
Silence
Uitvoering:
SC, zwart-wit


9
De Avonturen van Kuifje: De Blauwe Lotus
Plot: Reporter-avonturier Kuifje zet zijn reis na De Sigaren van de Farao verder en belandt in Shanghai waar hij wordt verwacht. Al bij zijn aankomst hebben snoodaards hem in het oog. Op audiëntie bij Japanner Mitsuhirato raadt deze hem aan terug naar Indië te trekken om de maharadjah bij te staan. Hoe dan ook is het leven van Kuifje op Chinese bodem niet meer veilig. Dat ontdekt hij na onder andere twee beschietingen.
Topwaardering: Hergés eerste politiek geëngageerde album waarin hij duidelijke standpunten inneemt, is een fascinerend resultaat van de innige vriendschap die hij met de jonge student Tchang opbouwt. Met de dood constant op de loer (het toppunt zijn de "Gezocht" affiches) moet gezegd dat Kuifje nogal lichtzinnig op de boven hem ontwikkelende situaties reageert. Pas laat in het verhaal redt hij Tchang van de verdrinkingsdood. Het rondje opsommingen van clichés over westerlingen en Chinezen is ook nu nog een oogopener: dit gaat over vooroordelen. De bijna broederlijke band tussen Tchang en Kuifje blaast al die domme vooroordelen weg. Voor de komische noot zorgen de Jansens (géén tweeling!) die in al hun ijver om zich te vermommen de halve plaatselijke bevolking in hun zog meeslepen. En net zij krijgen de opdracht Kuifje te arresteren.
Aantal genomineerde albums van Hergé: 19
Weetjes: Aan het eind van De Sigaren van de Farao kondigt Hergé in Le Petit Vingtième (de jeugdbijlage van de Waalse krant Le XXe Siècle) aan dat Kuifje weldra zijn reis zal voortzetten in het verre oosten. Pater Gosset, aalmoezenier van de Chinese studenten aan de universiteit van Leuven vraagt hem enkele weken later in een brief om zich toch vooral goed over China te documenteren. Gosset stelt Hergé in 1934 voor aan de jonge Chinese student Tchang Tchong-Jen, die aan de Brusselse kunstacademie studeert. Tchang wordt een vriend voor het leven • Hergé kan dankzij Tchangs inbreng alle heersende clichés over China ontkrachten. In ruil beloont Hergé zijn nieuwe vriend met een belangrijke hoofdrol • Ten tijde van de creatie van het verhaal woedt de Chinees-Japanse oorlog in alle hevigheid. Authentieke feitelijke elementen en gebeurtenissen vinden hun weg in De Blauwe Lotus, een politiek geëngageerd meesterwerk. De westerse pers staat aan de kant van Japan, maar door gesprekken met Tchang en duidelijke inzichten in de Chinese situatie is Hergé een andere mening toegedaan. Het resulteert in een negatieve voorstelling van de Japanse bezetter • In het album komen Chinese slogans voor, gekalligrafeerd door Tchang. De boodschappen roepen in de Chinese taal op tot een boycot van Japanse producten, ze vallen het imperialisme aan of wijzen op de grondbeginselen van de regering van Soen Yat-sen • De Japanse ambassade in Brussel leest het verhaal in voorpublicatie en tekent protest aan • Een Belgische generaal, die de Belgisch-Chinese verstandhouding nochtans toegenegen is, verzoekt de directeur van Le XXe Siècle de publicatie van het verhaal stop te zetten • De Chinese leiders zijn dan weer vol lof en nodigen Hergé in 1939 officieel uit in hun land. 35 jaar later bezoekt hij effectief het dan communistische land • De Nederlandstalige eerste druk betreft een hertekende versie van de oorspronkelijke editie uit 1936. Deze oorspronkelijke Franse editie is inmiddels verkrijgbaar in vele fac similé-versies • Edgar-Pierre Jacobs getuigt dat Hergé voor het inkleuren van enkele gelakte zuilen in de strip een heel klein beetje vermiljoen met een druppeltje oker mengde om het volmaakte lakrood te krijgen. Jacobs zag hem op zijn penseel zuigen en zei dat niemand dat toch zou merken. "Maar hij moest en zou dat lakrood hebben. Bij het drukken is het natuurlijk een heel ander rood geworden" • Hoewel Kuifje een reporter is, hebben we hem nooit een artikel zien schrijven • Tranen van verdriet vallen Kuifje te beurt bij het afscheid van zijn vriend, broer Tchang.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hergé (Georges Remi)
Scenarist:
Hergé (Georges Remi)
Uitgever:
Casterman
Eerste druk: 1947
Oorspronkelijke titel:
Les Aventures de Tintin: Le Lotus Bleu
Uitvoering:
HC, kleur


10
Largo Winch 1: De Erfgenaam
Plot: Nerio Winch, de schatrijke Amerikaanse zakenman met Joeslavische roots en eigenaar van Groep W, de grootste groep multinationals ooit door één man bestuurd, wordt brutaal vermoord door een corrupte directeur van één van zijn bedrijven. Maar Nerio heeft een erfgenaam, een geadopteerde zoon: de 26-jarige Joegoslaaf Largo Winclzav, een wees. Van de ene dag op de andere erft hij een imperium van 562 bedrijven met filialen die actief zijn in 57 landen en werk verschaffen aan 400.000 medewerkers. Alle bedrijven zijn onderverdeeld in elf groepen die een gezamenlijke omzet halen van 44 miljard dollar, een abstract bedrag. Niemand aan de top wist dat Nerio een erfgenaam had. Largo is hun nieuwe baas. Maar op dat moment zit Largo in een gevangenis in Istanboel op beschuldiging van een moord die hij niet heeft gepleegd.
Topwaardering:
Aantal genomineerde albums van Francq: 5
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: Van Hamme werkt elf jaar lang voor de grote multinationals: eerst bij US Steel en daarna bij Philips. Hij zou al vroeg kunnen gaan rentenieren met het beheren van zijn aandelenportefeuille, maar vertelt liever verhalen • In 1966 ontmoet Van Hamme dankzij zijn verloofde één van de grote tekenaars van het weekblad Kuifje van de eerste generatie, Paul Cuvelier waarvoor hij Epoxy en de twee laatste verhalen van Corentin zou schrijven. Zijn verloofde is een model van de schilder/tekenaar Cuvelier • De naam van het vrouwelijke personage Epoxy verwijst naar een baanbrekend polymeer van US Steel • In 1975 is hij verantwoordelijke van Philips België. Mexico is de volgende halte, maar da's ver verwijderd van de Franstalige uitgevers • Op 1 april 1976 neemt Van Hamme ontslag en wil voltijds scenarist/schrijver worden. Het eerste jaar verdient hij 3.700 euro aan auteursrechten. Van mei tot september 1976 schrijft hij zijn eerste roman — en nu zijn we er: Largo Winch en de Groep W. Hij stuurt het verhaal naar tien uitgevers en blijft hen bestoken met brieven. Ze antwoorden allemaal. Zes uitgevers reageren positief. Er verschijnen drie Largo Winch-romans die een verkochte oplage bereiken van zevenduizend tot elfduizend exemplaren, niet slecht maar onvoldoende om van te leven • Zes jaar na het eerste deel van XIII bewerkt Van Hamme zijn oude romans voor tekenaar Philippe Francq die hem om een scenario vraagt • Francq heeft op dat moment namelijk problemen met zijn scenarist Delvaux met wie hij twee albums van Léo Tomasini maakt voor Dargaud in 1988 en 1989 • Uitgeverij Dupuis neemt een risico door de oplage van het eerste deel van Largo Winch vast te leggen op 52.000 Franstalige exemplaren en 16.700 Nederlandstalige exemplaren. Dankzij de nodige promotie en het creëren van een hype (bedankt, promotieafdeling van Dupuis!) profiteert het eerste deel van het succes van XIII. De naam Van Hamme op de cover doet de rest • Het commerciële succes van Winch stijgt zienderogen. De oplage van Van Hammes gouden drievuldigheid, waarvan in 2004 elk een nieuw deel verschijnt, bedraagt 450.000 exemplaren (XIII deel 16) en 280.000 (Thorgal 28). Largo Winch 13 doet beter met 530.000 exemplaren • Naast Léo Tomasini is Francq de tekenaar van Vrouwen en Steden waarvan twee albums verschijnen op scenario van Bob de Groot in 1987 en 1988 bij uitgeverij Dargaud • De covers van een herdruk van de drie Winch-romans zijn getekend door Dany voor wie Van Hamme Avontuur Zonder Helden en 20 Jaar Later schrijft • Uit de reeks Largo Winch wordt een tv-serie gepuurd. Speciaal voor de tv-reeks krijgt Winch de vrouwelijke lijfwacht Joy. Van Hamme is er zo enthousiast over dat hij haar graag in de stripserie wil schrijven. De 26-delige reeks is geen succes en wordt gestaakt na één seizoen • Francq start zijn carrière bij de Studio's Hergé waar hij Bob De Moor grote diensten bewijst voor het uitwerken van de decors van de eerste tien pagina's van een album van Cori de Scheepsjongen en het inkten van het volledige album • De auteursrechten van Largo Winch maken het voor Francq mogelijk om een villa te kopen in de Provence. Zijn arm breekt hij tijdens het opknappen van de villa. Het ongelukje maakt hem maandenlang werkonbekwaam en stelt de release van een jaarlijkse nieuwe Winch voor een jaar uit • Ook Van Hamme plukt de vruchten van zijn auteursrechten. Het Franse economische magazine Challenges berekent in het novembernummer van 2005 het volgende: al zeker 25 miljoen exemplaren van zijn gezamenlijke reeksen vlogen over de toonbank, goed voor zo'n één miljoen euro inkomsten... per jaar! Maar zoals je al wist, schroeft Van Hamme zijn stripproductie terug. Zijn inkomsten zijn reeds verlaagd naar 800.000 euro per jaar. 't Is nog genoeg om de boodschappen en den elektriek te kunnen betalen. Het zal hem worst wezen want wat hij ervoor in de plaats wint, zo zegt hij, is een kostbaar goed: tijd! • Net zoals Jean Dufaux heeft Jean Van Hamme een buitenverblijf aan de kust. Ze hebben elk een appartement in Knokke • Francq houdt duidelijk van flitsende actie en snelle voertuigen. Zelf heeft hij een diploma van helikopterpiloot, een hobby van hem.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Philippe Francq
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Spotlight
Eerste druk: 1990
Oorspronkelijke titel:
Largo Winch 1: L'Heritier
Uitvoering:
SC en HC, kleur