|
"Wie zijn dat toch? Waarom zitten ze zo hardnekkig achter me aan? Zou het iets te maken hebben met dat meisje van gisteren? Maar we hebben niets gedaan! Zefs niet gekust"
— Astraban —
|
|
|
|
Sinds het immer groeiende succes van Blacksad
(de nummer 1 van 2005)
liggen we op vinkenslag om elke nieuwe dierenstrip
te toetsen aan het stripfenomeen. Vooral als een tekenfilmmaker
— bij voorkeur uit de Disney-stal
— zich eens op het strippad wil begeven. Sky-Doll
leunt er grafisch dicht tegenaan, maar was van verhaal
van ondergeschikt belang. Andere strips van Disney-collega's
(Over de Grenzen van de Tijd..., Luuna, Kookaburra,...)
doen hier dan weer niets ter zake, het gaat hier om
dierenstrips. De Gilde legt het in deze oneerlijke
competitie ook al af voor de detectivekater. De lijnvoering
is strakker, de sfeer lichter en het verhaal knulliger.
Maar over de voortgang van het verhaal kan een lans
gebroken worden.
Hoofdfiguur Astraban is net toegelaten tot de academie
der alchemisten. Een feit dat gevierd mag worden met
een nachtelijke slemppartij. Maar oh oh, daar is een
dame in nood. Het ridderlijke groentje komt ter hulp,
maar de ochtend daarop willen de belagers hem daarvoor
straffen. Een flitsende achtervolgingsscène
van een pagina of acht slingert de lezer van hot naar
her. Diezelfde lezer heeft een voetje voor op Astraban
want wat wij te weten komen over de ware toedracht
van de belagers en zelfs over de dame in nood vinden
wij niet netjes. Hoe de volslagen naïeve Astraban
zich uit dit kluwen van manipulaties en getouwtrek
achter de schermen zal onttrekken is nog niet gereserveerd
voor dit eerste deel. Hij heeft trouwens eerst nog
een amoureuze nederlaag en een koppel bijkomende drama's
te verwerken.
Het gaat snel vooruit in dit album. Iets te snel,
want het is in een wip uitgelezen. Daardoor gaat enig
sentiment, inlevingsvermogen en de dosissen dramatiek
verloren. Echt knap uitgewerkte scènes kan
scenarist Miroslav Dragan niet voorleggen.
Het positieve tegengewicht biedt tekenaar Oscar
Martín. Hij verstripte ooit The
Lion King, werkte mee aan comics van Tom
and Jerry, deed er Woody Woodpecker-strips
bij en tekent tussendoor ook nog heel wat (ook in
een zelf opgerichte studio). Met zichtbaar genoegen
zet hij een piekfijn middeleeuws decor op papier en
laat daar een vrij uitgebreid dierenpark in los. Die
zien er echt fantastisch uit, hoor. Maar het geheel
blijft schipperen tussen een overhaaste actiethriller
en een lullig humoristisch dierenverhaaltje.
>
DAVID STEENHUYSE —
maart 2006 |